Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En God is machtig [15]alle genade te doen overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd, [16]alle genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn. 15. Dat is, middel om weldadig te mogen zijn tegen een ieder. 16. Namelijk niet alleen bij uzelven in uw gemoed, hetwelk een groot gewin is, 1 Tim.6:6, maar ook overvloed om anderen in allerlei nood te hulp te kunnen komen.